‘Voor zowel de laboratoria als het maatschappelijk belang.’
Bijna een jaar is ze nu voorzitter van het bestuur van de VMML. Ze is veelzijdig, ambitieus en kent de wereld van de microbiologie als geen ander. Haar doelen voor deze gedreven vereniging en haar leden worden alleen maar sterker als ze kijkt naar de huidige dynamiek binnen de branche. Wie is deze goedlachse Inge Huijskens, hoever gaat haar passie voor dit vak en waar ziet ze de VMML over vijf tot tien jaar?
Inmiddels werkt Inge al meer dan 12 jaar naar volle tevredenheid bij het RLM als arts-microbioloog. De laatste drie jaar ook als bestuurder. Daarvoor studeerde ze geneeskunde in Maastricht en startte ze haar loopbaan bij ETZ Tilburg en Amphia ziekenhuis als arts-microbioloog in opleiding.
Waarom de medische microbiologie?
‘Als klein meisje wilde ik dokter worden, werken in het ziekenhuis en mensen beter maken. Daar ging ik in mijn studie dan ook voor. Ik heb co-schappen gelopen in Ecuador, waar ik te maken kreeg met veel infectieziekten. Er waren daar weinig middelen en mensen hadden weinig geld. Ze startten daarom vaak te laat met antibiotica omdat ze het simpelweg niet konden betalen. Ik denk dat hier mijn interesse voor de microbiologie begon.’
Klantreis
‘Een patiënt reist van huisarts naar ziekenhuis, revalidatieplek of verpleeghuis. Die reis zie je in het lab aan de hand van kweken. Je bent daar niet alleen betrokken bij het ziekenhuisgedeelte, je hebt ook contact met meerdere mensen uit het veld. Zo krijg je een volledig beeld van een patiënt en van wat er aan de hand is. Dit stimuleerde mijn interesse voor patiënten met infectieziekten nog meer.’
‘Ook al heb je als arts-microbioloog geen contact met een patiënt, je bent er wel voor ze én voor de omgeving. Dat is heel breed en dat vind ik mooi. Je speelt een rol in de keten.’
Signaalfunctie & diagnostische sleutel
‘Als bestuurder en arts-microbioloog bij RLM vind ik de variatie het leukst. Je hebt supervisie over de analisten en denkt gevraagd en ongevraagd mee met de behandelaar. Je ziet ingewikkelde kweken en kijkt af en toe mee onder microscoop. Analisten zijn de handen en voeten van laboratoria. Zij zien het meest en houden zowel de patiënt als de keten infectieveilig. En is er daadwerkelijk een infectie, dan handelen we adequaat. Als bestuurder van een medisch microbiologisch laboratorium speel ik een belangrijke rol in de infectieziektenketen in de regio.’
In haar rol bij de VMML bestuurt Inge met een bredere blik. ‘In een lab ligt de diagnostische sleutel voor het beter maken van mensen. Ik zie kansen om als voorzitter van het bestuur van de VMML laboratoria onder de aandacht te brengen van de hele keten.’
‘Als laboratoria heb je echt een signaalfunctie. Zie je gekke dingen, dan pak je dat op samen met de GGD.’
Maatschappelijk belang
Met een grote glimlach vertelt Inge vervolgens dat ze trots is op haar eigen lab: ‘Ik ben trots dat we wat kunnen betekenen voor onze regio, dat we bijdragen aan een maatschappelijk belang. Zo zie ik dat ook in mijn voorzitterschap bij de VMML. Je ziet bijvoorbeeld dat de mazelen zich in Nederland verder verspreiden. Daar moet je je als lab op voorbereiden, communiceren naar aanvragers, scholing aanscherpen/opzetten voor huisartsen en meedenken met ziekenhuizen als mensen worden opgenomen. Iedereen draagt dan zijn steentje bij. Dat geldt ook voor het klinische beeld.’
‘Zinnige en juiste diagnostiek is in het belang van iedere patiënt. Ga er bewust mee om en kijk waar je van meerwaarde kan zijn.’
Zichtbaar zijn
Dat je zichtbaar bent als laboratorium én dat je weet wat je doet, dat vindt Inge belangrijk. ‘Als lab ben je belangrijk, daar waar het gaat om het welzijn van mensen en preventie van infecties. De keten vergeet dat nog wel eens.’
‘Aan die zichtbaarheid en aan infectieveiligheid kan ik met een vereniging als de VMML een bijdrage leveren. We hebben bijvoorbeeld een enorme pandemie achter de rug. Ongetwijfeld volgen er meer. Daar wil je als medische laboratoria een rol in blijven spelen en je inzetten voor een oplossing. Het bekijken van andere soorten antibiotica kan daarbij helpen. In de rol van verbinder kan de VMML in dit vraagstuk een stem zijn bij het RIVM en de zorgverzekeraars.
Diagnostische krachten bundelen
Als we het hebben over de ambities en doelen van de VMML, dan is Inge glashelder. ‘We willen in verbinding staan met de laboratoria en rechtstreeks van hen horen wat er speelt en waar we van nut kunnen zijn. Dat is onze primaire rol. Daarnaast is het verenigen met andere diagnostische takken van sport voor ons echt een stip op de horizon. Met de pathologie hebben we al stappen gezet. De klinische chemie daaraan toevoegen zou waardevol zijn.’
‘Dan kun je samen het gesprek aangaan over grotere thema’s waarin diagnostiek aan bod komt. Onze branche is op dit moment zo in beweging. Een gezamenlijk draagvlak én een volwaardig gesprekspartner zijn dan essentieel voor de toekomst van onze MML. Zeker als we op uiteenlopende thema’s krachten willen bundelen, moet het hele diagnostische veld elkaar kunnen vinden.’
Waar staat de VMML over vijf jaar?
‘Over vijf jaar is de VMML als speler in het werkveld binnen de infectieziekteketen stevig verankerd. Van preventie tot behandeling. We zijn dan het aanspreekpunt van en voor de MML,’ aldus Inge. ‘Niet alleen onze eigen branche moet weten dat we er zijn, ook de burger. Ze horen te weten wie we zijn, wat we doen en vooral wat dat waard is. Daarin trekken we op met de GGD. Tegenwoordig kun je namelijk testen zo uit de muur trekken. Net alsof het allemaal zo eenvoudig is: een buisje opsturen en er volgt een uitslag. Dat gaat voorbij aan de meerwaarde van zowel een huisarts als een medisch laboratorium.’
Met deze blik op de toekomst sluit Inge af: ‘Als MML wil je graag vroegtijdig bij situaties of crisissen betrokken worden. De keten volgt richtlijnen, maar bellen ons als het afwijkt. Dat zien we graag gebeuren. Ons contact en netwerk met de NVMM als wetenschappelijk partner, het RIVM, de GGD en zorgverzekeraars is om die reden van groot belang. Er zijn mogelijkheden genoeg om te werken aan onze ambities. Langzaam zetten we mooie stappen om Nederland infectieveiliger te maken en daar ben ik best trots op.’